21/6/2023

‘Als huisarts moet je krijgen waar je recht op hebt’

Bob Verhagen is zorgeconoom en samen met huisarts Sophie Brühl oprichter van Buurtdokters. Hij baalt van de ondoorzichtige en complexe wijze waarop de huisartsenzorg wordt gefinancierd. Het liefst ziet hij dat er een logisch verband komt tussen de bijdrage van huisartspraktijken aan de samenleving, en hun financiële ruimte. Zolang dat niet zo is voorziet hij huisartsen die met Buurtdokters samenwerken graag van praktische stuurinformatie, zodat zij begrijpen hoe hun praktijk ervoor staat en waar kansen liggen op verbetering van de praktijkorganisatie.

Hoe zou je de huidige financiering van huisartsenzorg omschrijven?

‘Het is alsof je als huisarts over een donkere snelweg rijdt zonder koplampen. Je ziet de waarschuwingsborden en afslagen niet. Er zijn zoveel verschillende geldstromen en kostenposten dat je niet weet wat de gevaren en kansen zijn voor je praktijk. De tijdrovende complexiteit van het systeem leidt enorm af van de kerntaak en maakt dat je al snel de nodige declaraties misloopt. Het ergste is nog dat de financiële jungle welwillende waarnemers afschrikt om praktijkhouder te worden.'

Hoe zou het wel moeten volgens jou?

‘Als huisarts moet je gewoon krijgen waar je recht op hebt, zonder ingewikkelde administratie. Zo moeilijk is het niet om de bekostiging eenvoudiger en directer te maken. Kies een aantal maatschappelijk relevante meetwaarden, en hoe beter je daarop presteert, hoe meer geld je krijgt. Persoonlijk denk ik aan patiënttevredenheid, de tevredenheid van medewerkers en hoeveel geld je patiënten kosten in het gehele zorgstelsel, inclusief de tweede lijn en de GGZ.’

Geeft dat geen perverse prikkels?

Zorg2025: interview met spreker Bob Verhagen, Buurtdokters - ahti

'Wel nee. Huisartsen zijn hoogopgeleide professionals die gewoon goede zorg willen verlenen. Feit is dat een patiënt in de eerste lijn 200 euro per jaar kost. En in de tweede lijn 5000 euro per jaar. Geef huisartsen 20% extra omzet en een duidelijke opdracht en de kwaliteit van zorg zal zienderogen toenemen tegen lagere kosten voor de samenleving. Je zal merken dat hierdoor ook het praktijkhouderschap weer aantrekkelijker wordt.’

Hoe zie je dat voor je dan?

‘Er zijn volgens mij drie kernproblemen die samenhangen met elkaar. Ten eerste besteden huisartsen absurd veel tijd aan randzaken. Dat maakt het vak onaantrekkelijk en verhoogt de werkdruk. Die werkdruk gaat ten koste van de praktijkorganisatie. Er is bij de dokter en zijn medewerkers geen ruimte in het hoofd of de agenda om de dagindeling kritisch tegen het licht te houden en te innoveren. Incidentele patiënten worden daardoor vaak op een onhandige en tijdrovende manier gezien. Dat is probleem twee. Het derde is de zorg voor complexe en kwetsbare patiënten. Door drukte en korte consulten krijgen huisartsen en POH’s deze groep moeilijk onder controle. Proactief handelen schiet erbij in. Dat leidt tot onnodige doorverwijzingen. Doodzonde. Zo leuk is een bezoek aan het ziekenhuis niet voor kwetsbare ouderen.’

Een andere manier van financieren lost dat op?

Met meer geld en minder administratie kun je investeren in een innovatieve praktijkorganisatie en extra uren voor de POH’s. Vervolgens kun je naar je patiëntenpopulatie gaan kijken. Wie komt er opvallend vaak langs in de praktijk? Wie loopt risico op een hoge zorgconsumptie in de toekomst? En wat kunnen we nu samen met de zorgpartners in de wijk en het netwerk van de patiënt doen om te voorkomen dat een situatie ontspoort? Zorg wordt daardoor proactiever, het vak aantrekkelijker, de samenwerking in de wijk intensiveert en de kosten nemen af.’

Praat je daarover met zorgverzekeraars?

Absoluut. Ik zou een eenvoudige en doelgerichte financiering graag zien voor de praktijkhouders die met Buurtdokters samenwerken, en daar zijn we ook over in gesprek. Komt het van de grond, dan kun je het zien als een soort pilot. En als iedereen tevreden is kunnen we het doortrekken naar alle huisartspraktijken.’

Dat is de toekomst. Wat kun je nu al betekenen voor huisartsen?

‘Praktijkhoudende huisartsen ervaren de jaarrekening momenteel als een soort black box. Het geeft hen geen enkel inzicht. Hooguit of het beter of slechter gaat dan voorgaande jaren. Maar waarom het beter of slechter gaat blijft een raadsel. Dat komt door de wijze waarop accountants de jaarrekening aanleveren. Daar kun je als huisarts niet zoveel mee. Bij Buurtdokters gaan we een paar stappen verder om tot stuurinformatie te komen.’

Wat bedoel je met stuurinformatie?

‘Vanuit financieel oogpunt kun je een huisartspraktijk zien als een bankrekening. Er komen duizenden transacties voorbij, en een reguliere accountant plaatst die transacties in twintig verschillende bakjes. Die bakjes zijn generiek. Ze zijn gemaakt voor alle bedrijven van Nederland zodat ze financieel met elkaar te vergelijken zijn. Dat houdt het voor de belastingdienst overzichtelijk, maar als praktijkhoudend huisarts kun je er weinig mee. Wat kan je bijvoorbeeld afleiden van een algemeen kopje personeelskosten? Niets toch?

Buurtdokters gaat verder?

‘Bij Buurtdokters kijken we op detailniveau. Wil je iets leren over je praktijk, dan moet je kijken naar de specifieke rollen van mensen; naar de kosten, de baten, de ureninzet, de contracten met de zorggroep en de verzekeraars, het verzuim en je declaratiegedrag. Je krijgt dan meer en andere kopjes, maar die kopjes gaan wel allemaal specifiek over een huisartspraktijk. Zo krijg je een gedetailleerd beeld van hoe je praktijk ervoor staat. En je kunt de cijfers ook nog eens vergelijken met andere Buurtdokterspraktijken.’

En wat doen jullie daar dan mee?

‘Eerst gaan we met de praktijkhouder in gesprek. Begrijpen we de cijfers goed?  Samen kunnen we een nog betere analyse maken. Zijn alle modules van de zorgverzekeraar gecontracteerd? Waar zit de inval doktersassistente? Waar de kosten van het HIS? En daarna interpreteren we het verhaal. Het inschrijftarief per patient is bijvoorbeeld gemiddeld dertig euro per kwartaal. Stel dat het in deze praktijk 22 euro is dan valt dat op, en dan ga je kijken wat er aan de hand is. En als er in het eerste kwartaal slechts vijf keer een urinetest is gedeclareerd, kun je je afvragen hoe dat komt.’

Wordt geld op die manier niet erg dominant?

‘Het gaat juist steeds minder over geld. Hoe meer gedetailleerd je naar de cijfers kijkt, hoe meer het over de praktische organisatie van zorg gaat. Ik heb laatst een presentatie geven voor huisartsen in opleiding. Allemaal penningmeesters van de LOVAH, maar slechts eentje had ooit een jaarrekening van een huisartspraktijk gezien. Ik heb hen een aantal fictieve praktijken voorgelegd aan de hand van de Buurtdoktersmethode, en ze stelden meteen allemaal goede vragen over de organisatie van zorg.’

Over ons

Wat moeten praktijkhouders doen met de stuurinformatie van Buurtdokters?

‘Ze moeten niks. Ik kan wel roepen dat het anders moet, maar zo werkt het niet. Mijn droom is dat de teams, dus niet alleen de praktijkhouders, maar ook de POH’s en de assistenten, hun eigen praktijk gaan begrijpen met hulp van onze stuurinformatie. En dat zijzelf verandering willen als zaken niet goed gaan. Als Buurtdokters ondersteunen we vervolgens graag met onze expertise en best practices uit andere praktijken. Is declareren bijvoorbeeld een probleem? Of verlopen de ochtenden chaotisch vanwege de telefoonopzet? Dan is er alle ruimte om te leren van vergelijkbare praktijken die wat dat betreft wel de boel goed op orde hebben.’

Wat adviseer je huisartsen die niet met Buurtdokters samenwerken?

‘Het helpt altijd om kritisch naar je basis te blijven kijken. Denk aan je dagindeling. Leidt het telefoonbandje tot een logische patiëntenstroom? Vraag jezelf ook of iedereen in de praktijk de juiste dingen doet. Wanneer je als huisarts zelf de wratten verwijdert heeft dat financiële impact. Zou je assistente dat niet kunnen leren? “Zo doen we dat nu eenmaal” leidt doorgaans tot stilstand. Je hoeft heus niet meteen je hele praktijkorganisatie om te gooien, zoek gewoon samen met je team naar kleine verbeterpuntjes. Bedenk dat als het financieel beter gaat met de praktijk de doktersassistent ook eindelijk een schaal omhoog kan. Daar is ze vast blij mee in deze dure tijden. Verbeteren doe je met elkaar én voor elkaar.’

Wil je meer weten over de werkwijze van Buurtdokters? Neem gerust contact op.