7/10/2024

‘Ik heb heus wakker gelegen, maar niet van de zakelijke kant’

De Utrechtse maatschap van huisarts Catharina Schep viel drie jaar terug uiteen onder druk van een gewenste verhuizing. Nu is ze praktijkhouder in Gouda, samen met Buurtdokters, en mocht ze opnieuw op zoek naar een passende locatie. Dit keer lukte het wel. In gesprek met Hugo van der Wedden vertelt ze over de verhuizing van haar praktijk, de samenwerking met Buurtdokters én hoe ze aankijkt tegen de toekomst van ‘het mooiste vak ter wereld’.

Je verhuizing is achter de rug, hoe is het gegaan?  

‘Goed! Maar het was wel een flinke operatie. Het begint met de zoektocht naar een geschikt pand. Daarna volgen onderhandelingen met de verhuurder. Als je dan een handtekening hebt gezet, moet je bedenken hoe je de ruimtes in gaat delen en welke spullen je allemaal nodig hebt. De overgang zelf was gelukkig in een dag gedaan, vooral vanwege het goede voorwerk. Wat ik heel prettig vond was dat de meest essentiële dingen meteen op orde waren. Denk aan het telefoniesysteem en het His van Medicom. Voor de medewerkers bracht het naast de reguliere taken veel regelwerk en tijdrovende technische complicaties met zich mee. Ook voor patiënten was de verandering groot. Nu de meeste puntjes op de i staan, begint de rust terug keren.  

Waarom was een nieuw onderkomen noodzakelijk?  

De vorige praktijkhouders hadden een praktijk aan huis. Die locatie was te klein en daarnaast ook niet langdurig beschikbaar voor mij als opvolger. Ons nieuwe pand is  ruim en modern, echt een cadeautje. Al met al is het proces heel soepel verlopen. Ik kon goed meedenken over de locatie. Mijn voorgangers waren al geruime tijd op zoek naar een nieuw onderkomen en er waren wat opties om uit te kiezen. Ik kon mijn voorkeuren uitspreken. Ruth Bongers en Sophie Brühl regelden de praktijkovername en deden de onderhandelingen met de verhuurder, Jasper Zegveld pakte vervolgens samen met de medewerkers alle praktische regeldingen op. Buurtdokters heeft dat samen met het praktijkteam echt goed gedaan. Ik heb heus wel eens wakker gelegen, maar niet van de zakelijke kant.’  

Waar lag je dan wel wakker van?

‘Van mijn eigen deel. Als praktijkhoudend huisarts ben ik in de constructie met Buurtdokters verantwoordelijk voor de zorg en voor de aansturing van het praktijkteam. Zo’n verhuizing is toch spannend. Blijft het team bijeen tijdens zo’n grote verandering? En stel dat dat niet gebeurt, vinden we dan snel nieuwe collega’s nu de arbeidsmarkt zo krap is? Gelukkig is iedereen er nog en zijn we als collega’s juist dichter naar elkaar toegegroeid. Ik ging onlangs een paar dagen op nascholing. Een van de doktersassistenten zei toen ik wegging: je moet wel weer terugkomen hoor! Dat vond ik zo frappant, dat zij kennelijk ergens dezelfde angst over mij had als ik over haar. Ik kan niet zonder team. De assistenten kunnen niet zonder huisarts. En allemaal vinden we de praktijk belangrijk en zijn we blij hoe het er nu voorstaat. Dat je op elkaar kunt bouwen en er hetzelfde in staat is essentieel.’  

Je bent eerder praktijkhouder geweest. Waarom liep dat spaak?

‘Ik zat in een maatschap met twee andere huisartsen. Onze huisvesting voldeed niet meer en we waren toe aan nieuwe stap. Tijdens dit proces bleek dat we niet vanuit dezelfde waarden werkten en lukte het ons niet om een gedeelde visie te ontwikkelen. Het onderlinge vertrouwen brokkelde af, waarna de maatschap uit elkaar viel. Met pijn in mijn hart ben ik vertrokken.’  

Maakte deze voorgeschiedenis een verhuizing dubbel zo spannend?

‘Misschien als ik direct een huisartspraktijk had overgenomen. Maar er zit nu drie jaar tussen. Ik ben ouder en wijzer. Daarom ben ik ook weloverwogen met Buurtdokters in zee gegaan. Ik heb geleerd dat ik als huisarts dit soort grote processen, waarbij het om veel geld gaat, moeilijk alleen kan overzien. Juist door een opleiding bedrijfskunde die ik eerder heb gevolgd kan ik Buurtdokters op waarde schatten. Grootschalig aan de achterkant, met brede bedrijfskundige expertise, maar kleinschalig en herkenbaar aan de voorkant. Daar ligt wat mij betreft een oplossing voor de toekomst van de huisartsenzorg.’  

Hoe kijken collega’s aan tegen je samenwerking met Buurtdokters?

‘Wisselend. Enerzijds merk ik veel nieuwsgierigheid, vooral aan de Erasmusuniversiteit, waar ik als docent werk op de huisartsopleiding. Voor de diversiteit van het docententeam vinden ze mijn samenwerking met Buurtdokters heel interessant. Tegelijkertijd ben ik regelmatig gewaarschuwd. Zou je dat nu wel doen, samenwerken met een commerciële partij? De perikelen rondom Comed hebben hier ongetwijfeld aan bijgedragen. Gelukkig zijn er ook goed doordachte initiatieven die vanuit de huisartsenzorg zelf komen. Ook in mijn coöperatie merk ik dat er weerstand is tegen commerciële initiatieven. Zo heb ik momenteel geen stemrecht omdat ik samenwerk met Buurtdokters. Ik vat dit niet persoonlijk op. Volgens mij zijn ze binnen het samenwerkingsverband bezig met de regelgeving in de omgang met commerciële partijen. Het is kennelijk lastig een afspraak zo op te stellen dat een praktijkhoudend huisarts die met Buurtdokters samenwerkt wel toegang heeft, maar een partij als Comed niet. Ik heb daar begrip voor en kan me er niet druk over maken. Ik heb al genoeg aan m’n hoofd.’  

Waar liggen je prioriteiten qua aandacht wel?

‘Bij het stroomlijnen van zorgprocessen. We zijn bezig met de introductie van meer tijd voor de patiënt en experimenteren met 5 minuten consulten. Sommige zorgvragen kun je immers snel afhandelen. Zo houden we ruimte over voor mensen die meer aandacht nodig hebben. Wat enorm helpt is dat het team openstaat voor innovatie en persoonlijke groei. Ze komen zelf met ideeën, willen scholing volgen, en ik ben overal enthousiast over. Het enige jammere is dat niet alles tegelijk kan. Daarnaast wil ik de sociale kaart in Gouda beter leren kennen. Door de verhuizing en de waan van de dag is dat een beetje blijven liggen. En nu we langzaam maar zeker in rustiger vaarwater komen na de verhuizing wil ik ook mijn rol aan de universiteit weer oppakken. Drie dagen praktijkhoudend huisarts, 1,5 dag lesgeven aan de huisartsenopleiding, dat lijkt me ideaal. Betekent wel dat ik samen met Buurtdokters op zoek moet naar een waarnemer.’  

Het aantal aanmeldingen voor de huisartsenopleiding loopt terug. Hoe kijk je naar de toekomst van het vakgebied?

‘De zorgen over de huisartsenzorg zijn de laatste tijd vaker in het nieuws. Daarmee maken we het vak niet aantrekkelijk voor potentiële collega’s. Terwijl huisarts zijn het mooiste vak van de wereld is, zeker nu. Met de toenemende multimorbiditeit zijn generalisten zoals wij super belangrijk. Als spil in de zorg, maar ook in het beheersbaar houden van de kosten. En als er iets verandert in de samenleving zien wij dat direct terug in de spreekkamer. Huisartsenzorg is persoonlijke zorg. Niets zo mooi als doorvragen bij een onverklaarbare buikpuin, en samen met de patiënt op zoek gaan naar de werkelijke oorzaak.’  

Maar er komt toch ook veel af op de huisarts?

‘Dat er veel zorg vanuit de ziekenhuizen onze kant op komt is juist mooi. Dat maakt het inhoudelijk heel interessant. Je kunt complexe patiënten langer bij je houden, zeker als je ondersteuning ontvangt van medisch specialisten. In Gouda gaat dat heel goed. Specialisten zijn hier zeer gericht op de huisarts. Overleg is altijd mogelijk, van beide kanten. Tegelijkertijd is de transitie van complexe patiënten naar de eerste lijn onderdeel van het probleem.’  

Wat bedoel je met onderdeel van het probleem?

‘Meer en complexere zorg vraag meer personeel. Zonder POH somatiek en -GGZ red je het niet als huisarts. Dat betekent dat je een ruimer pand nodig hebt en een steeds groter team moet aansturen. Die bedrijfsmatige kant van het verhaal creëert een drempel om praktijkhouder te worden. Zeker nu de jongere generatie zich graag begrenst. Zij willen niet zestig uur werken in de week en continu aanstaan.  

Vandaar dat zij en masse kiezen voor het waarnemerschap?

‘Zzp’er worden lijkt een effectieve strategie, maar ook waarnemers heb ik uit zien vallen. Vooral de meer sensitieve collega’s gaan ten onder aan de prestatiedruk. Zij krijgen als waarnemer vaak genoeg de complexe patiënten in hun schoenen geschoven op een drukke werkdag. Als je dan de patiënt niet kent en niet thuis bent in de sociale kaart wordt het heel moeilijk goede zorg te verlenen. Collega’s raken daardoor teleurgesteld. Soms maken ze zelfs de keuze om het vak te verlaten. Doodzonde.’  

Wat is volgens jou de oplossing?

‘Mensen zijn gebaat bij een vaste huisarts. Er zijn veel manieren om die rol op je te nemen als praktijkhoudend huisarts, Hidha en ook als vaste waarnemer. Maar sowieso moet het praktijkhouderschap weer aantrekkelijk worden gemaakt. Ten eerste moet het weer lonend zijn. Ten tweede dienen de meer bedrijfsmatige drempels te verdwijnen. Vandaar dat ik zo enthousiast ben over Buurtdokters. Door de expertise die zij in huis hebben, kan ik parttime praktijkhouder zijn en mezelf focussen op patiënten en m’n team en daarnaast docent zijn’.