De financiële betekenis van loondienst

Er is onrust onder huisartsen vanwege de Wet DBA. Proefberekeningen geven inzicht maar de onrust blijft. Soms omdat de waarnemer er op achteruitgaat, soms omdat de praktijkhouder met hogere kosten wordt geconfronteerd, vaak omdat het voor iedereen verandert. Hoe ga je met elkaar verder?

Met elk jaar ervaring ga je er in de nieuwe CAO een trede op vooruit. Het maakt nogal uit in welke schaal de huisarts in loondienst valt. Drie fictieve situaties geven enig zicht:

Cato is vaste waarnemer in de huisartspraktijk Groenewoud. Ze werkt drie dagen in de week. Karin is de praktijkhoudend huisarts. Vanwege de Wet DBA wil Karin de samenwerking met Cato omzetten naar een dienstverband. Wat betekent dat financieel voor haar praktijk? En gaat Cato er in loondienst op vooruit of achteruit? Karin maakt een proefberekening. Cato krijgt daarin een contract voor 27 uur in de week aangeboden. Zoveel uur werkt ze ook als vaste waarnemer, waarbij Cato €75,50 per uur factureert.

1.     In de eerste berekening heeft Cato twee jaar ervaring als huisarts. Karin komt er als praktijkhouder in deze berekening gunstig vanaf. Ze heeft minder kosten. Cato gaat er netto jaarlijks duizenden euro's op achteruit. De vraag is of Cato die daling van haar inkomen accepteert, of dat ze een losse waarnemer wordt zonder een vaste praktijk, team en patiëntpopulatie. Om haar te houden zal Karin haar echt iets extra’s moeten bieden dat aansluit op de ambities van Cato.

2.     Cato heeft vijf jaar ervaring. In dit geval is de financiële uitkomst voor beiden teleurstellend. De kosten voor Karin zijn hoger en het inkomen van Cato nog altijd lager door de afdracht aan sociale lasten. Cato en Karin hebben een lastig gesprek voor de boeg. Biedt de samenwerking genoeg kansen om het financiële verlies voor hen beiden te compenseren?

3.     Cato is een waarnemer met negen jaar ervaring. Cato ziet loondienst zitten, want ze gaat er netto op vooruit. Karin is juist terughoudend. Als ze Cato in loondienst neemt lopen de kosten voor haar praktijk flink op. Kan ze niet beter opzoek naar een collega die aan het begin van haar carrière staat? Of zou ze Cato kunnen overtuigen om als medemaat toe te treden tot haar praktijk en daarmee de praktijkhouderstaken en winst te delen?

Voor Buurtdokters is de continuïteit van zorg in de eerste lijn het allerbelangrijkst. Laten we deze wetswijziging met z’n allen aangrijpen om samen tot toekomstbestendige huisartszorg te komen in de praktijk, in de HOED en breder in de regio. Dat begint met inzicht.

Wil je hier meer over weten? Of dat we meedenken over jouw specifieke situatie als huisarts? Stuur me dan een berichtje. En op 21 januari 2025 vertellen Sophie Brühl en ik je hier ook graag alles over tijdens de Academie module voor ervaren huisartsen. De inschrijving daarvoor is geopend!

Ruth Bongers